Onderzeedienst, Koninklijke Marine, Enduring freedom en speciale operaties.
Tijdens mijn dienstperiode heb ik gevaren op de Nederlandse onderzeeboten. Hier heb ik namens Nederland een aantal malen een missie mogen draaien. Deze missies speelde zich voornamelijk af in de Golfregio.
Het varen van missies bestond uit een of meerdere patrouilles. Een patrouille duurt gemiddeld 4 tot 6 weken waarbij je de gehele tijd onderwater vaart. Tijdens deze periode is er geen contact met de buitenwereld en dus ook niet het thuisfront.
Het varen en werken op een onderzeeboot is veelal erg geheim en kan daarom, helaas, niks inhoudelijks kwijt over deze missies. Wel kan ik u vertellen hoe het varen abv een Nederlandse onderzeeboot is.
Zodra de trossen los gaan gaat de bemanning over op een 6 op 6 af systeem. Dit betekent dat de helft van de bemanning in een shift van 12:00 uur tot 18:00 uur en 24:00 uur tot 06:00 uur werkt. Het andere deel van de bemanning werkt de andere uren (06:00 tot 12:00 en 18:00 t0t 24:00 uur).
12 uur per dag ben je bezig met jouw dienstvak. Terwijl je in jouw vrije tijd vooral bezig bent met eten, leren, sporten en slapen (wat als beginnend matroos erg weinig uurtjes zijn).
In mijn dienstvak, ODOPS (operationele dienst operatie) werkte ik zowel boven als onderwater op verschillende posities.
Bovenwater was het roerganger, bruguitkijk en radar.
Onderwater was het roerganger, Sonar en Plot. Ook kon je als matroos op andere posities ingezet worden. Denk hierbij aan besturen van de periscoop, echolood of zeuntje (Een zeun is een extra hulp in het kombuis die vooral belast is met de uurlijkse rondjes koffie waarbij eens per 6 uur een rondje koek of snack hoorde. Elke matroos, ongeacht het dienstvak, kon ingezet worden als zeuntje)
Tijdens jouw shift bemande elk uur een andere positie. Dit was voornamelijk om jezelf scherp te houden op jouw positie. Bij langdurig naar een scherm kijken kan bijvoorbeeld concentratieverlies optreden waardoor je onscherp en dus een gevaar voor boot en bemanning word. Daarnaast was het gewoon een enorm fijn roulatiesysteem wat het werk aan boord erg divers hield. Geen uur was hetzelfde en de tijd vloog daarom soms erg snel voorbij. Dit was weer fijn, zeker als je tijdens de missie meerdere weken onderwater zat.
De overige tijd bestede je in het 1e jaar vooral aan leren. Of je werkte aan jouw takenboek (wanneer je net als matroos 3 aan boord kwam). Wanneer je bevorderd was tot matroos 1 ging je werken aan het volledig afgeoefend onderzeeboot matroos zijn. Hier was je minimaal een jaar mee bezig.
Omdat een volledige afgeoefendheid enorm belangrijk was voor boot en bemanning kreeg je ook alle beschikbare ruimte om te leren. De bemanning hielp je hier dan ook maximaal in. Niet alleen vanwege de veiligheid maar ook omdat zodra je volledig afgeoefend bent jij volledig inzetbaar bent. En dit betekende weer wat verlichting in werkzaamheden voor de overige matrozen in jouw divisie. Daarom mocht je als niet afgeoefende matroos ook maar een maal in de week film kijken. Dat was op zondag. Jij mocht dan, met de andere niet afgeoefende matrozen, een filmpje uitkiezen. De rest van de week was het studeren tot je helemaal klaar was. Slapen en sporten was er eigenlijk niet bij. Een enorme stimulans voor alle partijen dus.
Na het behalen van jouw volledig afgeoefendheid als matroos ontvang je, tijdens een alle hens aan boord, van de commandant jouw ‘flipper’. Dit is de Nederlandse onderzeebootinsigne. Het zijn 2 van elkaar wegzwemmende dolfijnen met daartussenin een onderzeeboot. Deze flipper draag ik tot de dag van vandaag met enorme trots. Je behoort met deze flipper tot een kleine, maar vooral unieke, familie.
Wanneer je klaar was met leren had je meer vrije tijd en dus meer tijd om te ontspannen aan boord. Vaak koos je om samen met de andere afgeoefende matrozen (op de zondag na dan) om een filmpje te kijken in het CAF (Cafetaria). Sommige gingen sporten, kozen voor een externe studie voor na hun diensttijd of gingen gewoon slapen.
Email was in onze tijd nog net opgekomen waardoor wij de luxe hadden om, wanneer het van de commandant mocht en wij bereik hadden, een mail te versturen en ontvangen. Tijdens missies was dit vaak weken niet. Hierdoor was het moment van het krijgen van mailtjes natuurlijk enorm leuk.
Slechtnieuws berichten vanuit het thuisfront waren er soms natuurlijk ook. Deze kreeg je enkel als de commandant vond dat dat kon en het jou als persoon, de bemanning en de missie niet in gevaar kon brengen. Gelukkig hebben wij, de bemanning van toen, dit nooit mee hoeven te maken.
De dagen op of in zee waren, ondanks dat je in eenzelfde ritme zit, elke dag weer anders.
Geoefendheid abv een onderzeeboot staat, zoals je leest, enorm hoog in het vaandel. Het oefenen van verschillende tactieken, procedures en veiligheid vormen de basis van goede en geoliede boot/ bemanning die optimaal presteert tijdens haar missies.
De bemanning varieerde ook enorm in leeftijd. Sommige jongens aan boord waren soms net 18 jaar toen ze meegingen daar waar de ervaren majoors vaak de leeftijd van rond de 40 hadden. Deze diversietijd zorgde voor een goede balans van ervaring en toekomst aan boord waarin iedereen een belangrijke taak en dezelfde discipline had. Een erg mooi en vooral leuk proces.
(Onderzeeboot) Veteraan zijn maakt mij als persoon enorm trots. Trots op dat ik samen met mijn collega’s voor Nederland hebben mogen uitkomen en gestreden voor een veiliger Nederland en wereld.
Met trots draag ik mijn flipper, medaille, veteranenspeld en de witte anjer.
En elke keer als ik deze draag denk ik terug aan onze mooie tijd zowel boven maar vooral onder water. Tegelijkertijd denk ik ook aan de mannen en vrouwen die zich in het verleden en nu, ergens ter wereld, zich inzetten voor onze vrede en veiligheid.
Waarvoor mijn dank.