De steiger van Anky.
Als minderjarige schepeling, puppes 3, kwam ik na een pittige opleiding in Doorn na een lange vliegreis aan in een voor mij totaal andere wereld. Nieuw Guinea.
Na eerst geacclimatiseerd te zijn op de “Oude Base” in Biak, werden wij per boot naar Manokwari vervoerd, om daar tijdens een vervolgopleiding klaar te worden gestoomd om op afgelegen buitenposten zware en langdurige patrouilles te gaan lopen.
Echter voor het zover was, en wij niet wisten wat ons te wachten stond in de binnenlanden van Papua Barat zoals het nu genoemd wordt, konden wij genieten van de aldaar geldende faciliteiten, die aanmerkelijk beter waren dan elders in dit klamme land, maar daar kwamen we later wel achter.
Een van die leuke mogelijkheden was het witte strand van “Pasir Putih”. Bijna iedere dag vertrok er wel een truck van de tangsi (kazerne) naar dit fijne strand. Zelf gaf ik er de voorkeur aan, als ik tenminste niet afgepeigerd was door een dagmars of loodzware oefening, om te voet naar het strand te gaan. De reden hiervan was, dat halverwege deze rit er een barretje annex restaurant gevestigd was met daarbij een zwemsteiger.
We noemde deze steiger: “de steiger van Anky”.
Anky was een lief alleraardigst Indisch meisje, die lekker bier kon tappen, wat er wel in ging na een dag stompen in de utang (bossen). Vandaar dat wij gedurende deze zware dagen elkaar uitnodigden voor het nuttigen van een “kouwe klets” bij de “steiger van Anky”.
Ofschoon Anky in onze ogen toch nog een beetje te jong was voor omgang met mariniers, geloof ik toch dat ze de harten gestolen had van menig mariniertje. Eigenlijk waren we ook nog broekjes van een jaar of negentien, twintig. Zelf had ik het er voor over om het lange stuk naar Pasir Puthi te lopen om bij haar te stoppen en een lekkere “bir bintang” naar binnen te werken en daarna van de toch wel hoge steiger een frisse duik te nemen.
Verder was er wat betreft de meisjes weinig te makken voor ons. Eens per jaar met Korpsverjaardag werd er door de Vlop of de Vlam een aantal meisjes van de wal geplukt waar we dan mee mochten dansen, maar de verhoudingen waren zodanig dat er aantal, waaronder ik, altijd ketelaar waren, geen succes dus. Na deze inleiding die nodig is om zo’n beetje te beschrijven hoe de sfeer daar was gedurende onze term overzee ga ik nu over tot de kern van het verhaal.
Ontmoeting!
Tijdens een foto-expositie over onze voormalige kolonie Indië in de “Witte Dame” in Eindhoven, kwam ik in gesprek met een van de medewerksters van de organisator. Zij verkocht boeken die uiteraard gingen, in het kader van deze expositie, over het voormalige Nederlandsch Indië. Ik vertelde haar dat ik door een verhuizing naar een kleinere locatie veel spullen heb moeten wegdoen, onder andere een aantal boeken.
Toch geen boeken over Indonesië, was haar reactie, want die kon ik bij haar wel slijten. Ik zei haar dat ik nog een boek had staan over Nieuw Guinea, maar ik nam aan dat haar interesse daar nou niet bepaald naar uit ging. Tot mijn verbazing was er wel degelijk belangstelling daar zij beweerde als jong meisje in Manokwari gewoond en gewerkt te hebben.
Het ligt voor dan ook de hand dat het gesprek al gauw ging over deze periode daar zij ongeveer dezelfde leeftijd had als ik en een aantal dingen herkende en herinnerde zoals ik ze ook ervaren had.
Wat veel mariniers waarschijnlijk zich nog wel zullen weten is dat er met Korpsverjaardag een meisje geweldig goed kon dansen terwijl zij door kanker een arm miste, en dat wist deze dame zich ook nog goed te herinneren. Toen ik in de loop van ons gesprek ook vroeg of zij wel eens had gehoord van de gezellige zwemuurtjes van de marinemensen op het witte strand van Pasir Puthi bij de steiger van Anky viel mijn mond open van verbazing…. want u raad het al…. Voor mij stond Anky, na 46 jaar op een fototentoonstelling in Eindhoven.