Mijn laatste uitzending.
Afghanistan, 2010. Mijn luitenant geeft me de opdracht om de mannen te verzamelen voor hun eerste RAMP-ceremonie bij Kandahar Airfield. Een RAMP-ceremonie vindt plaats aan de klep (RAMP) van een transportvliegtuig. Hier bewijs je de laatste eer aan een overleden militair.
We roepen de mannen bij elkaar, die allemaal hun zwarte baretten dragen, en ik controleer hun tenues en die van mezelf. Hierna marcheren we naar de RAMP-ceremonie. Ik hoor alleen het ronken van en zoemen van het transportvliegtuig, waarin de overledenen naar huis worden gebracht. Het is een warme, stoffige dag, eigenlijk bijna idyllisch. Ik hoop dat er vandaag geen raketten vallen. Die zijn de afgelopen dagen onophoudelijk gevallen.
Ik ruik de kerosine, voel het felle zonlicht in mijn ogen en weet ik dat ik dit zo goed mogelijk wil doen. Het is de eerste keer in Afghanistan. Ik kijk tijdens het afmarcheren strak voor me uit, maar zie toch dat een van de Amerikaanse soldaten tranen in zijn ogen heeft. Wij zijn de laatste eenheid die aansluit, wat toch ongemerkt druk met zich meebrengt. We lopen strak in het gelid en moeten zelfs naast de laadklep van het transportvliegtuig staan. Mijn adrenaline giert door mijn lichaam en ik doe wat ik moet doen. Ik denk er meteen aan dat deze ceremonie ook voor ons gehouden zou worden als wij omkwamen. De Amerikaanse militair kijkt mij aan en ik beantwoord zijn blik, waarna hij weer wegkijkt. Hij is een van de kameraden van de eenheid die omgekomen is. Hij huilt en zijn lichaam schokt van emotie. Er staan twee gewonde soldaten naast hem; zij hebben de crash overleeft. Ik kijk hen aan met eerbiedige blik.
Ik ben in 2010 voor het eerst uitgezonden naar Afghanistan, als opvolgend pelotonscommandant (OPC) van het verkenninspeloton van 42 BVE(Brigade verkenningseskadron). Het is eind april 2010 en we zitten eigenlijk net een paar dagen op de base in Kandahar Airfield.
Passage uit: Soldatenbloed – door Ivo Recourt